Geschiedenis van België

Met de 1e wereldoorlog zal de situatie veranderen. We gaan van een tweetaligheid die net is toegelaten tot een gescheiden eentaligheid.

Tijdens de oorlog is België bijna volledig bezet, met uitzondering van een klein stukje Vlaanderen dat grenst aan Frans Vlaanderen (Duinkerke). Het Belgische leger wordt geleid door een officierskorps van de burgerlijke en aristocratische elite van het land, of het nu Waals of Vlaams is, is Franstalig. En dat, de Vlaamse groep zag het zeer slecht en de omstandigheden van het harde leven van de modder van het front van Vlaanderen. Bovendien wordt deze oorlog gezien als een conflict tussen de Duitstalige Duitstalige Duitstaligen en Vlamingen, tegen de Franstalige Franstalige Franstalige Franstalige Waalse natie. Bovendien ontstond er in bezet Vlaanderen een beweging van samenwerking.

Het Verdrag van Versailles, Wallonië, wordt versterkt door de annexatie van het Franse Malmedy en de annexatie van twee kantons bij de Duitstalige meerderheid Eupen en St-Vith, die 1 nieuwe taal toevoegen die Belgisch problematisch is. België is het enige land dat samen met Frankrijk deelneemt aan de bezetting van het Rijnland (1923).

De invoering van het Algemeen kiesrecht (1919) geeft stemrecht aan een bevolking waarvan de meerderheid (bijna 60%) vlammend is en het is vanaf die datum dat alles verandert en de overheersing van een Franse elite (Waals als Vlaams) niet langer in de stembus wordt weerspiegeld, zoals dat nog steeds het geval was bij een vooroorlogse volkstelling.

De opkomst van het nationalisme in de jaren dertig van de vorige eeuw in Europa treft uiteraard ook België en de Vlaamse Beweging is eerlijk gezegd sterk. Frans is ten strengste verboden in Vlaanderen en de Franse professoren van de Universiteit Gent worden met geweld verdreven.
En dit gebeurt in een tijd waarin Gesproken dialecten plaats maken voor het Nederlands, dat zich niet alleen tegen het Frans, maar ook tegen de Limburgse francis en Brabant met kracht opdringt. Aan de andere kant heeft het Frans niet de kracht nodig om in Brussel uit te breiden, want het is de taal van de geletterde en bourgeoisie. De aristocratie en de koning zijn Duits-Frans-Engels sprekende. Ook de Waalse dialecten (Picardië, Lotharingen, Champagne en Wallonië zelf) worden zonder geweld vervangen door het Frans.

Dit wakkert niet alleen de woede van de Vlaamse nationalisten aan, maar we zien ook 2 Fransen zich ontwikkelen: die van Brussel en die van Wallonië. De 1ste wordt de bane van de Vlamingen omdat hun taal een minderheid is geworden in de hoofdstad, de tweetaligheid is daar niet alleen voordelig door hen een gelijke status te geven die ze in werkelijkheid niet hadden, maar ook door de Fransen steeds meer terrein te laten winnen.

Monarchie

In 1932 krijgen de Vlamingen de verwijdering van het grote tweetalige gebied, met uitzondering van Brussel, en dragen zo een halt toe aan de verdere uitbouw van het unieke Frans dat op de 1e kaart te zien is.

Het onderwijs zal nu alleen nog in het Vlaams in Vlaanderen en in het Frans in Wallonië (1932) worden gegeven. De rechtspraak volgde in 1935 en het leger in 1938. In 1937 worden de Vlaamse medewerkers van 14-18 jaar amnestie verleend.

Tot slot was de sociale kwestie ook een bron van conflict met een rijk Wallonië aan textiel, steenkool en metallurgie en een arm landelijk Vlaanderen met uitzondering van de haven van Antwerpen. Geen enkele sociale wet stond destijds een herverdeling van de rijkdom toe. Zo werd taal het ankerpunt van het Vlaams nationalisme.

You may also like...